Een groter contrast met het vorige station is nauwelijks denkbaar: we zitten weer op volle zee in plaats van in een bos en boren op de diepste plek in de Oostzee: het Landsort Diep. De water diepte is 459 meter, en die afstand moet met boorpijp overbrugd worden voordat je monsters nemen kan.
Dit is een geweldige locatie voor microbiologen en geochemici vanwege de bijzondere chemie. Het zeewater bij de bodem is zuurstofloos, en bevat het toxische sulfide. De zeebodem bestaat uit zwarte, zachte, stinkende modder.
Het sediment zit tjokvol methaan gas. En als je een gat in een kern boort om porie water te bemonsteren….
Loop je het risico dat de modder in je gezicht spuit!
Onder de zwarte modder vinden we grijs-groene sedimenten. Die zijn afgezet toen de Oostzee nog een meer was. Het boren gaat door - ondanks slechter weer, met wind, zware regenbuien en veel deining.