Verbeteren van het onderwijs
Met een temperatuur van -1 graden bij vertrek vanaf Schiphol afgelopen zondag was mij een warm welkom heten niet een van de grootse uitdagingen voor Cambodja. Op verschillende niveaus wordt er hier door diverse NGO's gewerkt aan wat nog wel steeds een grote uitdaging is: de kwaliteit het onderwijs. Van basisschool (zoals het Belgische VVOB) tot de lerarenopleiding (waar vooral het Japanse JAICA zich sterk gemaakt heeft) wordt er gewerkt om het onderwijs te verbeteren. In de tijd dat de Rode Khmer het hier voor het zeggen had zijn vrijwel alle docenten, studenten en hoger opgeleiden omgebracht en daardoor het onderwijs en de bijbehorende infrastructuur (lesboeken, lerarenopleidingen).
Met een temperatuur van -1 graden bij vertrek vanaf Schiphol afgelopen zondag was mij een warm welkom heten niet een van de grootse uitdagingen voor Cambodja. Op verschillende niveaus wordt er hier door diverse NGO's gewerkt aan wat nog wel steeds een grote uitdaging is: de kwaliteit het onderwijs. Van basisschool (zoals het Belgische VVOB) tot de lerarenopleiding (waar vooral het Japanse JAICA zich sterk gemaakt heeft) wordt er gewerkt om het onderwijs te verbeteren. In de tijd dat de Rode Khmer het hier voor het zeggen had zijn vrijwel alle docenten, studenten en hoger opgeleiden omgebracht en daardoor het onderwijs en de bijbehorende infrastructuur (lesboeken, lerarenopleidingen).
Onderzoekend leren
De komende weken draai ik mee in het project van VSO Nederland dat zich richt op het implementeren van onderzoekend leren (experimenten) in het Science onderwijs van de middelbare school Grade 7-9 (vergelijkbaar met onze klas 1-3). Science omvat hier in Cambodja de vakken natuurkunde, scheikunde, biologie en aard- en milieuwetenschappen. Na de evaluatie van het project van 2011-2012, waarin de nadruk vooral lag op de docenten wegwijs maken met actieve lesvormen, bleek er een grote behoefte aan een experimentenboek en extra trainingen op het gebied van Inquiry-Based Learning (IBL).
Van 'chalk and talk' naar vraaggestuurd leren
In november en december heb ik voor Grade 8 en 9 aardwetenschappelijke proeven uitgeschreven, die vertaald in het Khmer uitgedeeld zullen worden aan 137 docenten die aan het project deelnemen. Tot op heden gaven docenten Science vooral les op een manier die beschreven kan worden als chalk and talk: docenten schrijven het lesboek over op het bord, of lezen het voor. Leerlingen herhalen op toetsen wat er in de staatsmethode staat omschreven. Niet alleen voor docenten zal het onderzoekend en vraaggestuurd leren dus een hele verandering zijn, ook leerlingen zullen er aan moeten wennen dat ze nu ineens echt dingen moeten doen in de les (waarbij nu doorgaans een groot deel van de klas in slaap valt).
Train de trainer: uitdagend
Om het project duurzaam te maken trainen we deze week de trainers binnen het project. Zij zullen vanaf volgende week in negen rurale provincies zelf de docenten gaan trainen. Niet alleen vanuit de duurzaamheid een interessante insteek, maar ook taaltechnisch: van de trainers spreken er twee communiceerbaar Engels, een groot deel gaat via een tolk. Sarith, een jonge docent op de lerarenopleiding is van hen, en heeft een duidelijke mening over alle onderwijsontwikkelingsprojecten. Veel projecten werken langs elkaar heen en zorgen ervoor dat lerarenopleidingen zo van het een op het andere jaar van een Australische methode naar een Chinese methoden kunnen switchen, afhankelijk van de NGO die achter het project zit. De laatste jaren probeert het ministerie van Onderwijs hier meer structuur in aan te brengen, een reden waarom de trainingsmethoden die in dit project gebruikt worden sterk aansluiten bij die van het Japanse JAICA (de lerarenopleiding). Voordat ik in een gehele uiteenzetting beland van ontwikkelingshulpprojecten: terug naar de trainingen van deze week.
De trainingsweek werd dinsdagochtend (vroeg!) geopend door een hoge official van het ministerie van Onderwijs. Hoewel ik geen last van een jetlag, bleef het toch lastig te volgen in het Khmer. De eerste dag lag de nadruk op het organiseren van een training, de Inquiry-Based Learning methode en het experimentenboek. De volgende dag leerden de trainers over het geven van feedback, het doen van evaluaties en hebben ze de eerste experimenten voorbereid. Vandaag gingen de trainers dan eindelijk echt los op de experimenten.
Experiment met meteoor
In de ochtend heb ik spontaan een experiment gedemonstreerd voor de groep (gelukkig wel met tolk) en het was echt fantastisch te zien hoe de trainers mee gingen in het experiment en zelf met nieuwe variabelen die getest konden worden. De proef ging over de invloed van het materiaal van een meteoor (ijzeren of stenen kern; gewicht) en verschil in materiaal van het aardoppervlak op de vorm en diepte van de inslagkraters. Hoewel de docenten duidelijk moesten wennen, en vooral bang waren om dingen verkeerd te doen met hun eigen experimenten, was daar na de lunch weinig meer van over. Hoewel ik me wel afvraag in welke mate de trainers helemaal kunnen verklaren wat er gebeurt, gaat zeker de groep van aardwetenschappenlijke trainers er vol enthousiasme in en wordt er stevig gediscussieerd over hoe ze de observaties moeten interpreteren. Morgen mogen de trainers nog een hele dag losgaan op alle experimenten en dan zijn de trainers klaar om de provincies in te gaan.
Van studentenkamer naar de 'echte' wereld
Voor mijn stage ga ik ook enkele van deze provinciale trainingen bijwonen. Daarna krijgen alle docenten een follow-up bezoek van de trainer, waarvan we er ook enkele zullen bezoeken. Niet alleen om de trainers te helpen bij het doen van follow-up bezoeken, maar ook om te kijken wat er uiteindelijk van alle proeven, die voor een deel op een studentenkamer in Utrecht zijn uitgewerkt, bij de Cambodjaanse leerlingen terecht komt. Wat zijn beperkende factoren voor docenten om het onderzoekend leren in hun lessen in te voeren: is het gebrek aan materiaal, een tekort schietende vakinhoudelijke of vakdidactische kennis, of spelen andere factoren als tijd, gewoonte, of motivatie een belangrijke rol? De resultaten kunnen niet alleen helpen om de trainingen en het project in Cambodja te verbeteren. Terug in Nederland ga ik ook proberen om parallellen met Nederland te leggen. Hoeveel experimenten en proefjes heb jij eigenlijk gedaan tijdens Aardrijkskunde op je middelbare school? Juist, op het gebied van Inquiry-Based Learning binnen het (aardrijkskunde) onderwijs kunnen we op onze beurt in Nederland ook nog heel wat leren van wat er hier in Cambodja gebeurd!
De komende weken draai ik mee in het project van VSO Nederland dat zich richt op het implementeren van onderzoekend leren (experimenten) in het Science onderwijs van de middelbare school Grade 7-9 (vergelijkbaar met onze klas 1-3). Science omvat hier in Cambodja de vakken natuurkunde, scheikunde, biologie en aard- en milieuwetenschappen. Na de evaluatie van het project van 2011-2012, waarin de nadruk vooral lag op de docenten wegwijs maken met actieve lesvormen, bleek er een grote behoefte aan een experimentenboek en extra trainingen op het gebied van Inquiry-Based Learning (IBL).
Van 'chalk and talk' naar vraaggestuurd leren
In november en december heb ik voor Grade 8 en 9 aardwetenschappelijke proeven uitgeschreven, die vertaald in het Khmer uitgedeeld zullen worden aan 137 docenten die aan het project deelnemen. Tot op heden gaven docenten Science vooral les op een manier die beschreven kan worden als chalk and talk: docenten schrijven het lesboek over op het bord, of lezen het voor. Leerlingen herhalen op toetsen wat er in de staatsmethode staat omschreven. Niet alleen voor docenten zal het onderzoekend en vraaggestuurd leren dus een hele verandering zijn, ook leerlingen zullen er aan moeten wennen dat ze nu ineens echt dingen moeten doen in de les (waarbij nu doorgaans een groot deel van de klas in slaap valt).
Train de trainer: uitdagend
Om het project duurzaam te maken trainen we deze week de trainers binnen het project. Zij zullen vanaf volgende week in negen rurale provincies zelf de docenten gaan trainen. Niet alleen vanuit de duurzaamheid een interessante insteek, maar ook taaltechnisch: van de trainers spreken er twee communiceerbaar Engels, een groot deel gaat via een tolk. Sarith, een jonge docent op de lerarenopleiding is van hen, en heeft een duidelijke mening over alle onderwijsontwikkelingsprojecten. Veel projecten werken langs elkaar heen en zorgen ervoor dat lerarenopleidingen zo van het een op het andere jaar van een Australische methode naar een Chinese methoden kunnen switchen, afhankelijk van de NGO die achter het project zit. De laatste jaren probeert het ministerie van Onderwijs hier meer structuur in aan te brengen, een reden waarom de trainingsmethoden die in dit project gebruikt worden sterk aansluiten bij die van het Japanse JAICA (de lerarenopleiding). Voordat ik in een gehele uiteenzetting beland van ontwikkelingshulpprojecten: terug naar de trainingen van deze week.
De trainingsweek werd dinsdagochtend (vroeg!) geopend door een hoge official van het ministerie van Onderwijs. Hoewel ik geen last van een jetlag, bleef het toch lastig te volgen in het Khmer. De eerste dag lag de nadruk op het organiseren van een training, de Inquiry-Based Learning methode en het experimentenboek. De volgende dag leerden de trainers over het geven van feedback, het doen van evaluaties en hebben ze de eerste experimenten voorbereid. Vandaag gingen de trainers dan eindelijk echt los op de experimenten.
Experiment met meteoor
In de ochtend heb ik spontaan een experiment gedemonstreerd voor de groep (gelukkig wel met tolk) en het was echt fantastisch te zien hoe de trainers mee gingen in het experiment en zelf met nieuwe variabelen die getest konden worden. De proef ging over de invloed van het materiaal van een meteoor (ijzeren of stenen kern; gewicht) en verschil in materiaal van het aardoppervlak op de vorm en diepte van de inslagkraters. Hoewel de docenten duidelijk moesten wennen, en vooral bang waren om dingen verkeerd te doen met hun eigen experimenten, was daar na de lunch weinig meer van over. Hoewel ik me wel afvraag in welke mate de trainers helemaal kunnen verklaren wat er gebeurt, gaat zeker de groep van aardwetenschappenlijke trainers er vol enthousiasme in en wordt er stevig gediscussieerd over hoe ze de observaties moeten interpreteren. Morgen mogen de trainers nog een hele dag losgaan op alle experimenten en dan zijn de trainers klaar om de provincies in te gaan.
Van studentenkamer naar de 'echte' wereld
Voor mijn stage ga ik ook enkele van deze provinciale trainingen bijwonen. Daarna krijgen alle docenten een follow-up bezoek van de trainer, waarvan we er ook enkele zullen bezoeken. Niet alleen om de trainers te helpen bij het doen van follow-up bezoeken, maar ook om te kijken wat er uiteindelijk van alle proeven, die voor een deel op een studentenkamer in Utrecht zijn uitgewerkt, bij de Cambodjaanse leerlingen terecht komt. Wat zijn beperkende factoren voor docenten om het onderzoekend leren in hun lessen in te voeren: is het gebrek aan materiaal, een tekort schietende vakinhoudelijke of vakdidactische kennis, of spelen andere factoren als tijd, gewoonte, of motivatie een belangrijke rol? De resultaten kunnen niet alleen helpen om de trainingen en het project in Cambodja te verbeteren. Terug in Nederland ga ik ook proberen om parallellen met Nederland te leggen. Hoeveel experimenten en proefjes heb jij eigenlijk gedaan tijdens Aardrijkskunde op je middelbare school? Juist, op het gebied van Inquiry-Based Learning binnen het (aardrijkskunde) onderwijs kunnen we op onze beurt in Nederland ook nog heel wat leren van wat er hier in Cambodja gebeurd!