De grote soortenrijkdom is de reden dat hier in 1906 het Arctic Station is neergezet, van waaruit voornamelijk veel biologisch onderzoek wordt uitgevoerd. Sinds de beginjaren van het arctisch onderzoek, is er veel aandacht geweest voor het verzamelen van planten voor het herbarium van de Universiteit van Kopenhagen door in eerste instantie Morten Porsild. En zeker ook hier in het Arctic Station is nog steeds een verzameling planten, die goed gedocumenteerd is, ondergebracht in het laboratorium gebouw. Door de vele sneeuwval in de afgelopen winters is het dak van het gebouw doorgezakt waardoor men op dit moment het laboratorium gesloten heeft en werkt aan een nieuw dak. Het herbarium is nog wel toegankelijk, en omdat het nog steeds stevig regende zijn we vanochtend op veldwerk in het herbarium geweest waar Fabian en Rike bladeren hebben gemonsterd van goed gedateerde berken en wilgen die vanaf het begin van de 20e eeuw netjes gedroogd en gedocumenteerd zijn opgeslagen. Dit levert een unieke dataset van de veranderingen in de bladmorfologie, gekoppeld aan de meteorologische gegevens die gedurende dezelfde periode zijn bijgehouden.
Door de herfstkleuren ziet het er, ondanks het regenachtige weer, vrolijk uit in de toendra. De dwergberken staan in vuur en vlam, en geven een prachtig kleurcontrast met de andere planten, die soms nog groen zijn, maar ook gele en rode kleuren vertonen. Met de licht geel-groen gekleurde korstmossen en de paars-blauwe bessen, een soort bosbes (Vaccinium uliginosum), op de donkere basalt ondergrond lijken de kleuren juist nu het nat is nog helderder. De mineraalrijke basalten vormen daarnaast een goede voedingsbodem voor de planten, waardoor het ondanks de barre omstandigheden, dicht begroeid is op Disko Island. Daarnaast zijn er ook veel paddenstoelen, waarbij met name de ‘tijgerbolletjes’ overal in de toendra rondslingeren. De ijzerrijke ondergrond levert verder ook de bron van het rode sediment dat bij grote afvoeren van de Røde Elv, niet alleen de rivier maar ook het zeewater plaatselijk rood kleurt. Vanaf het Arctic Station is het een klein uurtje lopen naar het onderzoeksgebied, waar ook de meetplots zijn. Er is op dit moment ook een groep Duits-Tsjechische micro-biologen aanwezig, die monsters van de bodem nemen voor onderzoek naar bacteriële activiteit boven en in de permafrost. Zij graven daarvoor kuilen in solifluctielobben, en wij zijn gisteren met hen het veld in gegaan om ook in deze kuilen monsters te verzamelen uit de permafrost laag. Het was bijzonder om te zien dat zich zowel boven als onder een laag van solifluctiemateriaal een veenlaag bevond. Deze lagen bevatten mogelijk ook bladresten van de dwergberk, en zijn dus prima geschikt voor het onderzoek van Fabian, die gisteren ook zijn eerste drone-vlucht heeft gemaakt. Gedurende de dag begon het te regenen en de verwachting is dat het ook de komende dagen doorzet, met een temperatuur van ca 5 graden Celsius, en dat terwijl op hetzelfde moment in Nederland opnieuw een tropische dag werd geregistreerd. Vanochtend zijn we in de regen het veld in gegaan en hebben we nog wel monsters kunnen nemen van de bovenste veenlaag boven de permafrost. Goede kleding is in deze omstandigheden van levensbelang dus gaan we volledig ingepakt het veld in, waarbij ook mijn expeditie-jas van de sees expeditie opnieuw zijn dienst kon bewijzen. Op verschillende plaatsen in het onderzoeksgebied zijn duidelijke aanwijzingen voor de aanwezigheid van een bevroren ondergrond, permafrost. Gisteren konden we dit al in de verkennende boringen zien, waarbij we soms op 30 cm diepte al in het ijs of de keihard bevroren bodem kwamen. In de active layer, de ontdooide laag bovenop de permafrost, vinden allerlei bewegingen plaats doordat de grond in de zomer als het ware vloeibaar wordt. Op de hellingen gaat het dan stromen (solifluctie), maar ook in de vlakkere gebieden vinden allerlei bewegingen plaats, meestal onder invloed van een al dan niet aanwezig vegetatie dat voor isolatie zorgt, of verschillen in korrelgrootte en watergehalte. Op de natste plaatsen onder in de dalen is er zoveel water aanwezig dat vorstheuveltjes kunnen ontstaan met een kern van ijs. Deze variatie levert bijzondere patronen op, waarbij ook hoogteverschillen ontstaan die direct gevolg hebben voor de vegetatie, waarbij planten die niet van natte voeten houden, op de hogere bulten of ruggen groeien, terwijl de nattere soorten zich in de laagtes kunnen handhaven. Na aankomst in de haven van Qeqertarsuaq zijn we eind van de ochtend direct het veld ingegaan naar de meetplots van de Universiteit van Kopenhagen, waar Daan ook zijn experimenten heeft gedaan onder gecontroleerde groeicondities. Fabian heeft de eerste bladmonsters verzameld, en we zijn alvast gaan voorprikken in de veentjes en langs het meer, verderop in het dal. De eerste blaadjes zitten inmiddels tussen de herbarium platen. Bij de verkennende boringen bij het meer achter de meetplots waren we niet zo gelukkig, het meer blijkt erg ondiep en in de veenbulten zit de top van de permafrost op ca 30 cm. Maar voor een eerste halve velddag hebben we niets te klagen, zeker met het prachtige weer, de schitterende kleuren en het betoverende landschap. Morgen is er weer een dag, en de verwachting is dat dit daarna ook weer het geval is. Vanaf Kopenhagen, waar Daan Blok zich bij ons voegde, vertrokken we richting Groenland. De vlucht naar Kangerlussuaq bood een fantastisch uitzicht over een uitgestrekte witte vlakte: wolken. Pas bij de landing op Groenlands grootste vliegveld konden we een glimp van het fantastische landschap opvangen. De vlucht van Kangerlussuaq naar Ilulissat verder naar het noorden liet ons helaas eenzelfde uitzicht zien, pas vlak bij Ilulissat trok de bewolking open en zagen we de ijsbergen in in het fjord. De boot naar Disko vertrok zondagochtend om 7:00, dus het einde van de middag konden we nog volop genieten van de massas ijsbergen die vanaf de Groenlandse IJskap richting Disko Bugt worden aangevoerd, terecht UNESCO werelderfgoed. In de vroege ochtend zijn we met de boot naar de zuidpunt van Disko gevaren waar we inmiddels in het onderzoeksstation zijn ingekwartierd. De snelle boot voer met een snelheid van ca 50 km per uur in twee uur tussen de vele ijsschotsen door. We staan op het punt van vertrek naar Groenland voor het onderzoek naar de veranderingen in het groeiseizoen onder invloed van recente klimaatveranderingen. We zijn:
Het hoofddoel van deze expeditie is om bladmateriaal te verzamelen van de dwergberk (Betula nana), waaruit de groei-omstandigheden zijn af te lezen. In de blaadjes van dit jaar (2017), die inmiddels uitgegroeid en aan het verkleuren zijn voordat ze van de struiken vallen, zijn de groei omstandighden opgeslagen die we kunnen vergelijken met meteorologische gegevens van nabijgelegen weerstations. Eind augustus, na de eerste nachtvorst begint de toendra spectaculaire herfstkleuren te tonen, zoals de foto van de dwergberk uit een eerder bezoek aan Groenland in 2000 laat zien. Daarnaast gaan we op zoek naar geschikte klimaatarchieven: meertjes en veenlagen waarin deze blaadjes gedurende de laatste ca 2000 jaar netjes liggen opgestapeld en goed bewaard zijn gebleven. Op de juiste locaties gaan we de opeenstapeling van bladresten en ander organisch materiaal centmeter voor centimeter bemonsteren, die ons een beeld kunnen geven van de veranderingen in het verleden. Voor het onderzoek gaan we naar twee locaties in West-Groenland, waar gedetailleerde weergegevens beschikbaar zijn. Hier wordt al geruime tijd allerlei onderzoek verrricht naar onder andere de gevoeligheid van de vegetatie onder invloed van menselijke ingrepen en klimaatverandering. Deze onderzoeksstations in Kangerlussuaq en Qerqetarsuaq vormen de uitvalsbasis voor onze activiteiten in het veld, en Fabian houdt ook een blog bij voor het INTERACT programma. Op de kaart hieronder zijn de onderzoekslocaties weergegeven met een rode cirkel, en hoe we daar moeten komen. Allereerst vliegen we via Kopenhagen over de Groenlandse IJskap naar Kangerlussuag, van waaruit we doorvliegen naar Ilulissat, van daaruit gaan we met de boot naar Qerqetarsuaq op de zuidpunt van Disko Island. Tot de volgende blog vanaf Groenland! |
AuthorWim Hoek is docent-onderzoeker aan de Faculteit Geowetenschappen. ArchivesCategories |