In het gebied tussen de Groenlandse IJskap en de weinig inspirerende plaats Kangerlussuaq, gebouwd rondom de vroegere luchtmachtbasis, bevinden zich vele meertjes en veentjes. Op ongeveer een uur lopen van KISS in de richting van het radarstation boven de Ravneklippen, zijn een paar mooie kleine meertjes die in een dal liggen dat vol staat met dwergberk. Hier hebben we in de randzone van de meertjes opnieuw een pakket veen vol met bladresten kunnen bemonsteren. Verderop in Sandflugtdalen hebben we in een ander type afzettingen bladresten bemonsterd. Deze afzettingen zijn gevormd door de wind. Zand, door de oostenwind vanuit het brede smeltwaterdal opgewaaid, vormt hier duinen, die worden ingevangen door de vegetatie, in dit geval bestaande uit wilgen of dwergberken. Eerder onderzoek vanuit het departement Fysische Geografie was gericht op deze duinvorming en is verricht door o.a Ward Koster, Jos Dijkmans en Nico Willemse. Op basis van de gegevens van Nico Willemse hebben we de locaties gevonden waar bladresten van de dwergberk als laagjes bewaard zijn gebleven in de duinafzettingen. Het gebied heeft hier meer het karakter van een poolwoestijn, het is hier koud en droog, waardoor organisch materiaal goed bewaard blijft.