Welkom bij deze tweede blog van het Groenland-project van Anna en Reinder. Langzamerhand beginnen we te wennen aan het leven in Zuid-Groenland. ‘De ziel reist ter paard’ is een quote van Anna om te zeggen dat het een paar dagen duurt voordat je echt landt op je nieuwe bestemming maar de ‘ziel’ is inmiddels gearriveerd. De jetlag is overwonnen en zelfs de ijsbergen die elke dag voorbij drijven beginnen vertrouwd aan te voelen. Deze ijsbergen lijken overdag stil te liggen maar wanneer we ’s ochtends opstaan, zijn deze ijsbergen als een pak kaarten weer door elkaar geschud. Op het moment van schrijven horen we een doffe dreun. Waarschijnlijk een ijsberg waarvan een brok ijs afbreekt of een ijsberg die uit elkaar scheurt. Aan de andere kant van het dorp ligt een baai waar zich rond de 50-60 ijsblokken hebben verzameld. Deze baai hebben wij omgedoopt tot ‘het kerkhof van de ijsbergen’ omdat het lijkt alsof de ijsbergen hier hun laatste bestemming vinden voordat ze volledig opgaan in de zee.
Naast dat we elke dag nieuwe ijsbergen zien, zien we ook elke dag nieuwe mensen. Eén van deze mensen is de Amerikaans-Deense klimatoloog Jason Box die al ruim 20 jaar in dit gebied komt om klimaatonderzoek te doen. Hij verzamelt meteorologische data op de ijskappen en reist regelmatig per helikopter naar een gletsjer om daar zijn apparatuur te controleren. Daarnaast is hij ook betrokken bij ‘Greenland Trees’ en helpt hij met het aanleggen van het Tiny Forest in Narsaq. Samen met Mette, een Deense vriendin van Jason, hebben wij zaterdag geprobeerd een hek te maken om het gebied waar het Tiny Forest moet komen. De grond bleek echter te rotsachtig om goede gaten te kunnen boren waar de palen van het hek zouden komen, waardoor het hele plan niet doorging. Helaas, je kan niet altijd zes gooien. Desalniettemin hebben we de rest van de ochtend een aantal jonge naaldboompjes (o.a. Larix siberica) kunnen planten met een lengte van 30-40 cm. Deze boompjes zijn nu onderdeel van de eerste generatie bomen in het Tiny Forest waarvan we de groei aandachtig zullen blijven volgen.
Die middag deden we een kleine hike ten oosten van Narsaq om wederom blad- en bodemmonsters te verzamelen (meer hierover in de volgende blog!). We moesten over een heuvel heen en zodra die was gepasseerd, was het dorp niet meer zicht- en hoorbaar. Het voelde als een oase van rust en stilte met overal om ons heen prachtige natuur. De natuur had echter nog meer voor in ons petto… Anna’s arendsogen hadden een zwarte verschijning opgepikt ergens in de zee voor ons. Snel daarna werd de serene stilte onderbroken door een soort fonteingeluid. Wat bleek, er zwom een walvis! Af en toe kwam hij boven om adem te halen door zijn spuitgat. Soms kwam ook zijn staart boven het wateroppervlak uit, wat meestal een teken is dat dit machtige dier voor een langere tijd onder water zou duiken (zie rode cirkel in de foto’s). Op hetzelfde moment zagen we in een andere richting nog eens twee walvissen zich aan het oppervlak roeren. Wat een spektakel! Helaas waren de walvissen te ver weg om te kunnen identificeren welk soort het betrof maar we merkten op dat de onderkant van de walvis wit was. Een Bultrug misschien? Wie weet krijgen we nog eens de kans om een walvis van dichterbij te zien.
In de volgende blog vertellen we verder over de grote hike die we hebben ondernomen om veen- en bladmonsters te verzamelen bij een bergmeer en de top van de berg!
Naast dat we elke dag nieuwe ijsbergen zien, zien we ook elke dag nieuwe mensen. Eén van deze mensen is de Amerikaans-Deense klimatoloog Jason Box die al ruim 20 jaar in dit gebied komt om klimaatonderzoek te doen. Hij verzamelt meteorologische data op de ijskappen en reist regelmatig per helikopter naar een gletsjer om daar zijn apparatuur te controleren. Daarnaast is hij ook betrokken bij ‘Greenland Trees’ en helpt hij met het aanleggen van het Tiny Forest in Narsaq. Samen met Mette, een Deense vriendin van Jason, hebben wij zaterdag geprobeerd een hek te maken om het gebied waar het Tiny Forest moet komen. De grond bleek echter te rotsachtig om goede gaten te kunnen boren waar de palen van het hek zouden komen, waardoor het hele plan niet doorging. Helaas, je kan niet altijd zes gooien. Desalniettemin hebben we de rest van de ochtend een aantal jonge naaldboompjes (o.a. Larix siberica) kunnen planten met een lengte van 30-40 cm. Deze boompjes zijn nu onderdeel van de eerste generatie bomen in het Tiny Forest waarvan we de groei aandachtig zullen blijven volgen.
Die middag deden we een kleine hike ten oosten van Narsaq om wederom blad- en bodemmonsters te verzamelen (meer hierover in de volgende blog!). We moesten over een heuvel heen en zodra die was gepasseerd, was het dorp niet meer zicht- en hoorbaar. Het voelde als een oase van rust en stilte met overal om ons heen prachtige natuur. De natuur had echter nog meer voor in ons petto… Anna’s arendsogen hadden een zwarte verschijning opgepikt ergens in de zee voor ons. Snel daarna werd de serene stilte onderbroken door een soort fonteingeluid. Wat bleek, er zwom een walvis! Af en toe kwam hij boven om adem te halen door zijn spuitgat. Soms kwam ook zijn staart boven het wateroppervlak uit, wat meestal een teken is dat dit machtige dier voor een langere tijd onder water zou duiken (zie rode cirkel in de foto’s). Op hetzelfde moment zagen we in een andere richting nog eens twee walvissen zich aan het oppervlak roeren. Wat een spektakel! Helaas waren de walvissen te ver weg om te kunnen identificeren welk soort het betrof maar we merkten op dat de onderkant van de walvis wit was. Een Bultrug misschien? Wie weet krijgen we nog eens de kans om een walvis van dichterbij te zien.
In de volgende blog vertellen we verder over de grote hike die we hebben ondernomen om veen- en bladmonsters te verzamelen bij een bergmeer en de top van de berg!