De zon schijnt, een klein wolkje aan de lucht en het is zo'n 19 °C buiten. Wederom een prachtige middag dus, ware het niet dat deze laatste blog terug in Utrecht is geschreven. In Narsaq, het dorpje waar wij verbleven op Groenland, regent het nu. In andere woorden, het mooie weer hebben wij meegenomen naar Europa. Ons veldwerk zit erop en via deze laatste blog willen wij de lezer (u dus) nog voor een laatste keer meenemen naar onze laatste dagen op Groenland. De laatste drie dagen stonden in het teken van hikes en ijs.
Allereerst ondernamen wij op zondag 27 augustus een laatste hike naar de top die over Narsaq heen kijkt. We namen op de hellingen nog verschillende monsters van de planten en de bodem. Zo willen we onderzoeken of de oriëntatie van de helling (dus of de helling richting het noorden/ zuiden afloopt) nog invloed heeft op de groeimogelijkheden van bepaalde bomen. Eenmaal op de top hadden we een prachtig uitzicht over het fjord dat wederom vol lag met ijsblokken, ook al leken het vanaf deze hoogte meer op ijsklontjes. Ten westen van ons zagen we nu de gigantische ijskap die het land bedekt. Ongelooflijk om te bedenken hoe dit soort ijskappen het land vullen, het soort ijskappen dat Nederland ook ooit bedekt heeft gedurende het Saalien (zo'n 150.000 jaar geleden).
Nu we de ijs-smaak te pakken hadden, ondernamen we een volgende hike naar de Narsarsuaq-ijskap. We lieten het dorpje Narsaq achter ons en voeren met de boot naar Narsarsuaq, het mini-dorpje waar we aankwamen met vliegtuig. Hier zouden we onze mooiste hike van het hele veldwerk maken. De hike begon redelijk plat in een vallei die de ‘flower-valley’ werd genoemd. Deze vallei bestond uit de rivier die van de gletsjer kwam en de vallei verdeelde in, enerzijds, een bak met grind waar de rivier vlechtend doorheen stroomde en anderzijds in een vruchtbaar gedeelte waar gras groeide voor de schapen en berken en wilgen van zo'n 3-4 meter hoog. Ter vergelijking, dezelfde soort planten groeiden in Narsaq maar maximaal 1m. De flower-valley is dus in die zin veel vruchtbaarder dan het gebied waar we voorheen waren, vandaar de passende naam. Het is ons verteld dat dat zou komen door het betere klimaat in Narsarsuaq, waardoor het warmer is en minder winderig. Na de vallei beklommen we een steile helling om vervolgens op de top van de berg uit te komen (ongeveer 350m hoogtemeters). Daar vonden we een gebied vol met schattige meertjes, waar we onze weg omheen moesten banen. Daarna kwamen we uit bij de apotheose van de hike, het uitzichtpunt over de ijskap. Wat een dikke bak met ijs lag daar opnieuw. En het oppervlak van de ijskap zag er bijzonder onprettig uit. Het zat vol met scheuren en scherpe punten. We konden echter maar kort genieten van deze ijskap, want de zon begon al te zakken en de terugweg was nog lang, ook omdat we wederom nieuwe monsters van de bodem en de planten wilden verzamelen.
De volgende dag was het tijd voor ons afscheid met Groenland. We hadden allebei hier nog wel weken kunnen blijven. De tijd is snel gegaan en elke dag was het weer een feest vol met nieuwe indrukken en leuke mensen. En om het maximale uit dit veldwerk te halen, besloten we toch nog een boot te nemen die naar ons naar gletsjer voer. Toen we de gletsjer zo dicht mogelijk waren genaderd, pakte de gids een ijsbergje uit het water en hakte deze in een pan in stukken. En zo kregen we met een glaasje D’Oro Martini met ijsblokjes uit het fjord en het zicht op de gletsjer, daadwerkelijk ijs als toetje van dit zeer indrukwekkende veldwerk!